“Aan die vakken heb je toch helemaal niks?”
“Larissa, vind jij ook niet dat leerlingen zelf hun vakken moeten kunnen bepalen?”
“Vind jij ook dat je aan sommige vakken helemaal niks hebt later?”
“Ze moeten zelf hun vakken kunnen kiezen die aansluiten bij hun talenten.”
Deze vragen krijg ik regelmatig onder mijn posts of in mijn berichten. Het verbaast dan altijd een beetje als ik zeg dat ik dat niet vind.
Ik vind niet dat leerlingen zelf moeten kiezen, dat ze moeilijke vakken uit de weg moeten kunnen gaan, dat ze sommige vakken maar moeten kunnen laten vallen omdat het nu niet aansluit bij hun talenten. Waarom niet?
Soms lijkt het alsof je niks aan (bijvoorbeeld) Duits hebt of hebt gehad. Je kunt je afvragen waarom je hier jarenlang tijd in hebt moeten steken. Maar vergeet niet dat bijvoorbeeld het leren van talen essentieel zijn voor de ontwikkeling van je hersenen. Je leert niet alleen “de taal”, je leert analytisch denken, verbanden leggen en nog veel meer. Talen leren is dus heel belangrijk voor je hele ontwikkeling, niet alleen om Duits te leren.
Daarnaast, wellicht vind je me hard, vind ik het nooit een goed argument dat wanneer iets veel werk kost je het dan niet moet doen. Juist dat vechten voor iets, moeite moeten doen, tijd in iets moeten steken vind ik ook een belangrijke les. Ervaren dat je iets nog niet kan en dat je het uiteindelijk toch kunt.
Bovendien vind ik leerlingen zelf veel te jong om al te kunnen bepalen wat ze later, wellicht over 10-20 jaar nodig hebben.
En dit staat los van dat ik vind dat er bepaalde vakken ontbreken binnen het huidige onderwijs en dat ik vind dat de manier waarop het nu wordt aangeboden niet geheel aansluit op de leerling. Maar zelf kunnen kiezen en vakken op lagere niveaus kunnen doen? Nee, oneens.